Naturalisaties

Een blinde vlek voor genealogen?

Bij hun onderzoek stuiten genealogen soms op de buitenlandse herkomst van hun voorouders. Vaak moeten ze na het vinden van een buitenlandse geboorteplaats op reis om verdere voorouders te vinden. Niet overal zijn genealogische bronnen zo goed gedigitaliseerd en toegankelijk als in Nederland. Maar ook in Nederland is vaak meer informatie is te vinden over de buitenlandse herkomst. Deze is te vinden in openbare bronnen en in de archieven van het ministerie van Justitie waarin zich naturalisatiedossiers bevinden.
De Justitiearchieven tot 1940 zijn openbaar en berusten bij het Nationaal Archief in Den Haag. Ze zijn voor een leek niet eenvoudig te vinden maar bevatten wel een schat aan informatie over genaturaliseerde personen en hun naaste verwanten. Als ervaren archiefonderzoeker wil ik u graag helpen om meer waardevolle documenten in het archief te vinden over iemand die het Nederlanderschap door naturalisatie heeft verworven.

In het navolgende schets ik in hoofdlijnen de naturalisatiepraktijk in de periode 1850-1940 en geef ik handvaten voor het zoeken naar meer informatie over een genaturaliseerd persoon en wat er in het archief nog te meer vinden is.

Naturalisatie via de wet

De Duitse kooplieden Johann Theodor Peek (1845-1907) en Heinrich Anton Adolph Cloppenburg (1844-1922) werden in resp. 1888 en 1898 bij wet Nederlander.

Een deel van uit het buitenland afkomstige personen is Nederlander geworden door naturalisatie. Hiervoor diende hij of zij – meestal een hij –een naturalisatieverzoek in, waarna de persoon in kwestie – na beoordeling door het ministerie van Justitie – werd voorgedragen voor het verkrijgen van het Nederlanderschap. Hiervoor werd een wetsvoorstel ingediend dat na aanneming door de Tweede en de Eerste Kamer leidde tot een naturalisatiewet. De persoonsgegevens van genaturaliseerden – zoals naam, beroep, geboorteplaats en geboortedatum en huidige woonplaats – zijn openbaar en te vinden in de wetsontwerpen die gepubliceerd zijn in de Handelingen der Staten-Generaal en in de wetten die te vinden zijn in het Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. In de Handelingen werd in de toelichting op het wetsvoorstel bovendien in het kort de achtergrond van een naturalisatieverzoek geschetst.

Deze praktijk bestond tussen 1850 en 1984. Sindsdien vinden naturalisaties plaats via een Koninklijk Besluit en zijn persoonsgegevens niet meer terug te vinden in de genoemde openbare bronnen. Bovendien blijven archieven door openbaarheidsbeperkingen tenminste 75 jaar gesloten.

Vrouwen en kinderen

Door bestudering van de wetsvoorstellen en de wetten krijg je een beknopt inzicht in de achtergrond van personen die via naturalisatie Nederlander zijn geworden. Niet alle namen van genaturaliseerden zijn te vinden in de naturalisatiewetten. Gehuwde vrouwen kwamen hierin tot 1965 niet voor; zij kregen automatisch de Nederlandse nationaliteit als zij trouwden met een Nederlandse man of werden mee genaturaliseerd als hun echtgenoot door naturalisatie Nederlander werd. Ook minderjarige kinderen werden automatisch Nederlander zodra hun vader de Nederlandse nationaliteit kreeg. De vrouwen die vanaf het einde van de 19e eeuw in de naturalisatiewetten voorkwamen waren weduwen die na het overlijden van hun buitenlandse echtgenoot of na echtscheiding weer Nederlander wilden worden en ongehuwde vrouwen. Meerderjarige kinderen werden vaak wel afzonderlijk vermeld in de naturalisatiewetten.

Nederlanders in het buitenland

De Nobelprijswinnaar Peter Debye (1884-1966) verloor zijn Nederlandse nationaliteit door langdurig verblijf buiten Nederland. In 1935 werd hij bij wet genaturaliseerd. In 1939 weerstond hij Duitse druk om die nationaliteit weer op te geven. In 1940 naar de Verenigde Staten, waar hij in 1946 Amerikaans staatsburger werd.

Tot 10 mei 1940 vormden de Duitsers veruit de grootste groep vreemdelingen die een naturalisatieverzoek indienden. Een andere opvallende groep zijn Nederlanders die door een verblijf van meer dan tien jaar in het buitenland hun Nederlanderschap hadden verloren. In de wet op het Nederlanderschap van 1892 werd de bepaling opgenomen dat personen hun Nederlandse nationaliteit zouden verliezen na een verblijf van 10 jaar in het buitenland, tenzij ze bij de burgemeester van hun laatste Nederlandse woonplaats of bij een Nederlands consulaat te kennen hadden gegeven Nederlander te willen blijven.

Op 1 juli 1903, tien jaar na het in werking treden van de wet, verstreek voor in het buitenland woonachtige Nederlanders de termijn om dit kenbaar te maken en verloren velen hun Nederlandse nationaliteit. Na hevige verontwaardiging van de zijde van de voormalige Nederlanders en na politieke druk kwam de regering deze groep in 1907 tegemoet. Na een wetswijziging kregen personen die in Nederland waren geboren en door hun verblijf in het buitenland hun Nederlanderschap hadden verloren de gelegenheid om kosteloos genaturaliseerd te worden. Dit leidde in de periode 1908-1910 tot de teruggave van de Nederlandse nationaliteit aan 1173 oud-Nederlanders. Vanaf 1910 kregen personen die in Nederland waren geboren hun Nederlandse nationaliteit automatisch terug; zij die buiten Nederland waren geboren zijn – zoals kinderen – moesten wel een verzoek tot nationalisatie blijven indienen. Tussen 1910 en 1940 zijn zo’n 4000 in het buitenland wonende oud-Nederlanders genaturaliseerd. Dit is een derde van het totaal aantal genaturaliseerden in deze periode.

Groepsnaturalisaties

In de naturalisatiewetten die van 1850 en 1940 in het Staatsblad verschenen staan zo’n 16.000 personen vermeld die de Nederlandse nationaliteit kregen of herkregen. Tot 1922 werd voor ieder persoon afzonderlijk een naturalisatiewet gepubliceerd. Alleen in de jaren 1908-1910 werd de naturalisatie van voormalige Nederlanders samengevat in wetten met daarin de persoonsgegevens van 50 tot in een enkel geval 88 personen. Deze wetten werden aangeduid onder de titel “Naturalisatie van [volgt naam en voorletters de eerstgenoemde persoon] en XX anderen”. In 1922 werd definitief afgestapt van het principe om voor elke persoon afzonderlijk een wetsvoorstel in te dienen. Meestal werden er zo’n 20 personen tegelijk voor naturalisatie voorgesteld waarbij de persoon vooraan in het alfabet in de titel van het wetsvoorstel en de wet werd genoemd.

Naturalisatiewetten

In het onderstaande document, dat 16.197 naturalisaties uit de periode 1850-1940 omvat staan de persoonsgegevens van ruim 16.000 personen die door de totstandkoming van een naturalisatiewet Nederlander zijn geworden. Sommige personen komen hierin dubbel voor omdat zij bijvoorbeeld door langdurig verblijf in het buitenland opnieuw hun Nederlanderschap waren verloren of dat zij verzuimd hadden zich na afkondiging van de wet te melden bij het raadhuis in hun woonplaats of bij het consulaat. Het bestandis een uitbreiding van het databestand van de voormalige stichting Historisch Genootschap Valkenswaard, die in zes delen te vinden is op de website van de Werkgroep Genealogisch Onderzoek Duitsland (WGOD). Dit bestand omvatte de namen van zo’n 11.000 genaturaliseerden uit de periode 1850-1933.
Door de zes delen uit te breiden met de jaargang van het Staatsblad alsmede het volgnummer van de naturalisatiewet (hier uitgevoerd met jaartal, streepje en volgnummer) is het nu ook mogelijk om de naturalisaties ook chronologisch te sorteren Sorteren op datum is in dit databestand niet mogelijk omdat Excel slechts sorteert op data vanaf 1 januari 1900. Door deze toevoeging is het mogelijk om de naturalisatiewet eenvoudig terug te vinden in het Staatsblad, dat in zijn geheel te raadplegen is op de kranten- en tijdschriftenwebsite Delpher. Verder heb ik het oude databestand uitgebreid met personen die de oorspronkelijke samenstellers over het hoofd hebben gezien en met 4865 personen die in de periode 1934-1940 zijn genaturaliseerd. Ik heb ze gesorteerd op naam en om chronologisch te kunnen sorteren (Excel werkt niet voor data vóór 1900) op het nummer van het Staatsblad.

Document naturalisaties 1850-1940 op naam

Document naturalisaties 1850-1940 op nr. Staatsblad

Wetsvoorstellen

Voordat een naturalisatie werd vastgelegd in een wet vond in de Tweede en Eerste Kamer de behandeling plaats van een wetsvoorstel of ontwerp van wet. De dossiers of Kamerstukken van een wetsvoorstel alsmede de parlementaire behandeling tijdens vergaderingen in de Tweede en Eerste Kamer zijn te vinden in de Handelingen der Staten-Generaal. Deze Kamerstukken en Handelingen zijn online raadplegen via de Overheidswebsite officielebekendmakingen.nl.
Voor het vinden van de wetsvoorstellen en het volgen van de parlementaire behandeling moet je zoeken in de sub-website Historische parlementaire documenten (1814 – 1995). Voor het vinden van resultaten is het van belang om je zoekactie te specificeren. Allereerst kun je dit doen door te kiezen voor de vergaderjaren waarin een naturalisatiewet is tot stand gekomen en het vergaderjaar dat daaraan voorafging. Verder kun je kiezen tussen verschillende documentsoorten. Voor naturalisaties zijn vooral de Handelingen en de Kamerstukken van belang. De Handelingen bevatten de vergaderverslagen van de Kamerdebatten. Voor het zoeken naar informatie over te naturaliseren personen zijn de verslagen in de regel van weinig belang. Wetsvoorstellen voor naturalisatie werden doorgaans zonder beraadslaging en zonder stemming goedgekeurd.

De parlementaire behandeling

Anders ligt het met de Kamerstukken. Deze bevatten in de regel:
1. de Koninklijke Boodschap, waarin de koningin het wetsvoorstel aan de Tweede Kamer aanbiedt met de datum van indiening van het wetsvoorstel.
2. Het Ontwerp van Wet, waarvan de tekst – als deze niet tussentijds wordt gewijzigd – overeenkomt met de uiteindelijke naturalisatiewet.
3. De Memorie van Toelichting. Hierin geeft de minister van Justitie een korte toelichting op de achtergrond van de personen die voor naturalisatie worden voorgedragen.
4. Het Verslag. De Commissie van Rapporteurs uit de Tweede Kamer geeft dan te kennen dat het afdelingsonderzoek geen aanleiding heeft gegeven tot het maken van opmerkingen.
4. Voorlopig Verslag. De Commissie van Rapporteurs maakt in dat geval wel opmerkingen waarop de minister reageert met:
5. Een Nota naar aanleiding van het Verslag of een Memorie van Antwoord.
6 en verder. Soms is er aanleiding om het wetsontwerp te wijzigen (bijvoorbeeld als een persoon zijn of haar naturalisatieverzoek ingetrokken heeft of als de tekst van het wetsvoorstel fouten bevat). Dan verschijnt er een Nota van Wijzigingen met een korte toelichting van de reden voor de wijzigingen. Na behandeling en stemming in de Tweede Kamer wordt het wetsvoorstel behandeld in de Eerste Kamer. Ook hier vindt een schriftelijke behandeling plaats die bestaat uit een voorlopig verslag van de Commissie van Rapporteurs en het Eindverslag van de Commissie van Rapporteurs met daarin het Memorie van Antwoord van de minister van Justitie. In de meeste gevallen stelt ook hier de Commissie van Rapporteurs vast dat er geen aanleiding is tot opmerkingen en volgt er ofwel een bondig Verslag of wordt verwezen naar een verslag bij een ander naturalisatiewetsvoorstel.
Een enkele keer stuurt de minister van Justitie nog een brief aan de Eerste Kamer met de mededeling dat één van de in het wetsvoorstel genoemde personen inmiddels is overleden. Aangezien de Eerste Kamer een wetsvoorstel niet meer kan wijzigen (ze kunnen het alleen aannemen of verwerpen) blijft de naam van de overleden persoon in de aangenomen wet staan. De minister maakt alleen duidelijk dat de persoon in kwestie niet postuum genaturaliseerd kan worden.

Zoeken naar parlementaire stukken

Om te zoeken op de sub-website Historische parlementaire documenten (1814 – 1995) zijn enkele zaken goed om te weten. In de meeste gevallen lukt het om het juiste wetsvoorstel te vinden. Dat wordt alleen moeilijker als de achternaam van de te zoeken persoon te algemeen is, bijvoorbeeld als deze ook een heel gangbare voornaam is. Gebruik dan de voornamen in combinatie met achternamen. Bij het zoeken naar parlementaire stukken is het me bij herhaling opgevallen dat Historische parlementaire documenten (1814 – 1995) door fout geschreven achternamen geen zoekresultaten oplevert. In dat geval moet je zoeken met het dossiernummer.

Stuur mij in dat geval een e-mail en ik zal u – tegen betaling – helpen om de gewenste parlementaire stukken te vinden. Dat geldt ook voor wanneer het zoeken naar parlementaire stukken voor u te ingewikkeld is.

Naar het archief

Het dossier dat ten grondslag ligt aan een naturalisatieverzoek dat uiteindelijk heeft geleid tot een wetsvoorstel is te vinden in de archieven van het ministerie van Justitie, die berusten in het Nationaal Archief. Deze archieven bevatten uiteenlopende juridische aangelegenheden, waaronder ook de naturalisatiedossiers. Deze dossiers bevatten stukken betreffende het onderzoek dat voorafgaat aan de beslissing om iemand voor het Nederlanderschap voor te dragen. Dit zijn bijvoorbeeld stukken van de officier van justitie van de woonplaats van de aanvrager, de procureur-generaal, de politie, de gemeente, alsmede de Nederlandse gezant die in het land van herkomst van de aanvrager is gestationeerd. Interessant is vooral als er stukken uit het land van herkomst in het dossier zitten, zoals een geboortebewijs. Het vinden van zo’n dossier vereist enige onderzoekservaring. Het Nationaal Archief heeft op zijn website een zoekhulp staan voor het vinden van naturalisatiedossiers. Volgens deze aanwijzing is de gebruikelijke gang van zaken het raadplegen van een namenklapper, dan een index om vervolgens dossiers uit het verbaalarchief op te vragen. Mijn ervaring is dat je niet wijs wordt uit de namenklappers en de indexen en je beter direct dossiers uit het verbaalarchief kunt opvragen.

Zoeken naar het juiste dossier vraagt om enige ervaring. Maar als je uiteindelijk het dossier op tafel krijgt tref je een schat aan informatie aan over de persoon (en mogelijk zijn familie) die een aanvraag heeft ingediend voor het verwerven van de Nederlandse nationaliteit.

Hulp nodig?

Bij het zoeken naar het naturalisatiedossier wil ik u graag behulpzaam zijn. Ik zoek voor u de parlementaire stukken (voor als het voor u te ingewikkeld is om ze zelf online te vinden), ga voor u naar het archief, zoek het dossier en maak foto’s van het dossier.

U kunt mij bellen op 06-28568569 of mailen naar mgmsmits@gmail.com