Home » Blog
Categorie archieven: Blog
De boerenapostel
Aan de achterzijde van de kerk in het Brabantse Gemert staat een borstbeeld van pater Gerlacus van den Elsen (1853-1925), de man die veel heeft betekend voor de emancipatie van de Brabantse boerenstand en één van de grondleggers was van de Rabobank. Deze inzet leverde hem de bijnaam “de boerenapostel” op. Verderop in Gemert is in zijn geboortehuis het Boerenbondsmuseum gevestigd, waar bezoekers een indruk krijgen van het boerenleven anno 1900. Ook het klooster waar hij gedurende zijn werkzame leven woonde, de Abdij van Berne in Heeswijk, werd verrijkt met een sculptuur van deze markante pater. Verder werden in zo’n vijftig Brabantse dorpen straten naar hem vernoemd en nabij Gemert een ontginningsdorp: “Pater Van den Elsendorp”, wat al snel werd afgekort tot Elsendorp.
Toen ik in 1991 begon aan het onderzoek naar de geschiedenis van de katholieke boerenbonden kon ik natuurlijk niet om deze markante streekgenoot – ik kom zelf uit het naburige Bakel – heen. In een krantenartikel riep hij in januari 1892 op tot organisatie van de door de landbouwcrisis en liberale overheidspolitiek getroffen boeren. De landman “is geduldig, hij zwijgt, hij laat zich scheren en villen als het stomme schaap (…) Is er niemand die hulp en redding bieden kan?” Toen andere voormannen begonnen met de organisatie van de boerenstand bleef hij aanvankelijk afzijdig. Maar enkele maanden na de oprichting van de Nederlandsche Boerenbond in 1896 kwam hijzelf ook in actie en begon hij propaganda te maken voor het oprichten van lokale boerenbonden en plaatselijke boerenleenbanken. Van den Elsen werd daarmee de grondlegger van het Groene Front, dat het Brabantse platteland in de vorige eeuw ingrijpend heeft veranderd.
Naast opkomen voor de belangen van de arme zandboeren die in Brabant een bestaan probeerden op te bouwen heeft Van den Elsen zich ook korte tijd bezig gehouden met het emigratievraagstuk. Hierin herken ik wel iets van mezelf. Ooit kwam ik als beginnend onderzoeker in Brazilië terecht om daar de geschiedenis van Nederlandse emigranten op te tekenen. Daar vroeg ik me wel eens af of emigreren ook iets voor mij zou zijn. Ook van Den Elsen ging op onderzoek. In 1906 vertrok hij naar de Verenigde Staten om na te gaan of daar een toekomst lag voor de Brabantse boeren. Zijn reis sterkte hem in de conclusie dat landverhuizing vooral geestelijke en economische risico’s met zich meebracht. Hij pleitte daarom voor het opzetten van organisaties die de landverhuizers zouden kunnen begeleiden. Een dergelijke organisatie kwam pas na 1945 tot stand en was ook enige tijd onderwerp van mijn onderzoek.
In de jaren negentig vroeg ik me wel eens af of ik familie was van Gerlacus van den Elsen. Omdat mijn moeder uit Boekel komt en Van den Elzen (met een Z dus) heet, leek me dat toen niet voor de hand te liggen. Toen ik onlangs ontdekte dat mijn betovergrootvader in Gemert was geboren als Andries van den Elsen en pas de Z in zijn achternaam kreeg zodra hij zich vestigde in Boekel, was de genealogische link snel gelegd. De boerenapostel en grondlegger van het groene front en de Rabobank is dus een verre achterneef. Daarmee is mijn landbouwonderzoek ook een stuk familieonderzoek geworden!
Dit artikel verscheen eerder in het online ledenmagazine van Ondernemers in Geschiedenis.
Vic Langenhoff en de strijd tegen de kindermoord
Rond 1970 werd in Nederland pijnlijk duidelijk dat veel interlokale wegen niet meer berekend waren op het toenemend autoverkeer. Van deze bochtige wegen, die vaak werden omzoomd door dikke eikenbomen, moest al het verkeer gebruik maken: auto’s, trekkers en ook fietsers, waaronder veel jonge kinderen die dagelijks naar school gingen. En juist op deze wegen ging het vaak mis. Met de groei van het autoverkeer – van 520.000 auto’s in Nederland in 1960 tot 2,75 miljoen in 1972 – nam ook het aantal verkeersongelukken toe. In het genoemde jaar kwamen 3262 mensen om het leven, waaronder 457 kinderen onder de veertien jaar.
Een van hen was Simone Langenhoff, een meisje van 6 jaar, dochter van de journalist Vic Langenhoff (1930-1997). ‘Enkele minuten nadat zij stralend van vitaliteit op weg was gegaan naar school, heeft een dom ongeluk aan alles een eind gemaakt’, was op 16 oktober 1971 te lezen in de rouwadvertentie in Langenhoff’s krant, het dagblad De Tijd.
Politiek in het voetbalstadion
Wie tijdens het EK voetbal in juni 2021 op TV naar wedstrijden keek viel ongetwijfeld iets op aan de reclameborden. Diverse sponsoren, zoals Volkswagen, Heineken, Booking.com, Tiktok en Thuisbezorgd/Just Eat gebruikten in hun reclame-uitingen regenboogkleuren. Daarmee protesteerden deze multinationals tegen een nieuwe Hongaarse wet waarmee het verboden werd om homoseksualiteit of geslachtsverandering te promoten onder jongeren. Deze reclameborden waren ook te zien tijdens de EK-wedstrijden die in Boedapest werden gespeeld, waaronder de door Nederland verloren wedstrijd tegen Tsjechië. Het meedragen van de regenboogvlag was buiten het stadion verboden, maar in of rond de stadions stelde de Europese voetbalorganisatie UEFA zich halfhartig op: de Allianz Arena in München mocht niet in regenboogkleuren worden verlicht – wat het stadsbestuur van München wilde – maar de hoofdsponsoren konden met het inkleuren van hun reclameborden gewoon hun gang gaan.
De voldoening van korte onderzoeken in opdracht
Sinds enkele jaren sta ik bij het Nationaal Archief samen met tientallen andere historici in het register van externe onderzoekers. Dit betekent dat mensen die niet de tijd of de expertise hebben om zelf onderzoek te doen in de rijke collecties van het Nationaal Archief of in die van andere archiefinstellingen een niet aan het NA gelieerde onderzoeker kunnen benaderen om die klus voor hem of haar uit te voeren. Soms zijn het eenvoudige klussen die met een uurtje werk klaar zijn en soms leidt het tot een langdurige relatie met een opdrachtgever die steeds meer wil weten. Dat je er geld mee verdient, is fijn. Maar vaak zijn de zoektocht zelf en de waardering die je van de opdrachtgever ontvangt net zo veel waard – of meer, zoals de voorbeelden hieronder laten zien. (meer…)
Het ‘staatsrechtelijk monstrum’ van Haya van Someren-Downer
Volgens een ongeschreven regel van het Nederlandse staatsrecht stelt de Eerste Kamer zich terughoudend op waar het gaat om het beoordelen van het beleid van een kabinet of bewindspersoon. Het is dan ook hoogst ongebruikelijk als de Senaat een poging doet om via een motie een uitspraak van de Tweede Kamer te corrigeren teneinde het kabinet te bewegen haar standpunt bij te stellen. Zo’n situatie deed zich eind 1979 voor in de Eerste Kamer en betrof de deelname van een Zuid-Afrikaans team aan de Paralympics, die in 1980 in Nederland zouden worden gehouden.
Sinds 1960 worden om de vier jaar naast de Olympische Spelen ook speciale Olympische Spelen voor Gehandicapten, ofwel de Paralympics, georganiseerd. Meestal vonden deze plaats in de stad waar ook de grote spelen hadden plaatsgevonden, maar voor de editie van 1980 had Moskou geen belangstelling.[1] Daarop spande de Nederlandse Invaliden Sportbond (NIS) zich in om de Spelen naar Nederland te halen. Op 23 juli 1977 werd bekend dat dit was gelukt. De Spelen zouden van 25 juni tot 5 juli 1980 plaatsvinden in Arnhem.
“De Spaansche griep woedt overal en eischt vele slachtoffers”
Aldus omschreef minister Piet Aalberse (1871-1948) op 1 november 1918 in zijn dagboek over de griepgolf die aan het eind van de Eerste Wereldoorlog rondwaarde en wereldwijd tientallen miljoenen doden kostte, waarvan circa 27.000 in Nederland. Nu het corona-virus rondwaart in de wereld, is het interessant eens na te gaan wat eerdere epidemieën hebben nagelaten in diverse bronnen en (digitale) naslagwerken.
De ABTB en Sint Isidorus
Onlangs werd ik benaderd door een vrijwilliger van het project “Tegels op locatie” van de Stichting Vrienden van het Nederlands Tegelmuseum, een museum in Otterlo. Hij had de taak op zich genomen om locaties van de Sint Isidorustegel te identificeren. In een boek over boerderijen in het buitengebied van Deventer had hij gelezen dat deze tegel, met daarop deze patroonheilige van de boeren, vanaf 1947 werd verspreid onder de leden van de ABTB. De tegel of plaquette was ontworpen naar het voorbeeld van de grafsteen van de in 1946 overleden secretaris van de ABTB.
Recente reacties