Land- en tuinbouworganisaties in de Noordoostpolder, 1945-1995
Na de bevrijding gingen er in de Noordoostpolder stemmen op om niet, zoals voor de oorlog, als land- en tuinbouworganisaties afzonderlijk op te trekken, maar – onder het motto ‘eendracht maakt macht’ — één grote en sterke organisatie te vormen. Het kwam er niet van. Op 4 augustus 1945 kwamen drie nieuwe afdelingen tot stand van de Aartsdiocesane R.K. Boeren- en Tuindersbond (ABTB), de Christelijke Boeren- en Tuindersbond (CBTB) en de Overijsselse Landbouwmaatschappij (OLM). Vijftig jaar lang zouden de drie organisaties hun eigen weg kiezen in de behartiging van land- en tuinbouwbelangen in de Noordoostpolder. Het dilemma van eenheid of verdeeldheid vormde de rode lijn in de geschiedenis van de organisaties. In deze bijdrage zullen we nagaan waarom de boeren en tuinders in de polder ervoor kozen gescheiden op te treld(en en waarom het, ondanks de latente roep om eenheid, vijftig jaar duurde voor het zover was.
Mari Smits en Rolf van der Woude, ‘”Door machtige organisatie alleen kunnen wij onze stem doen gelden”. Land- en tuinbouworganisaties in de Noordoostpolder, 1945-1995′ in: W. den Boer e.a. (red.), ‘Een machtig arbeidsveld’. De opbouw van het kerkelijk leven in de Noordoostpolder (Gouda: Vereniging van Nederlandse Kerkgeschiedenis, 2008), pp. 185-207.
Recente reacties